Blijf delen, blijf vertellen
Inheemse en Europese man in gesprek voor een auto in een kampong. (KITLV 30052)

Deze week was er een nieuwe mijlpaal in het schrijfproces van mijn boek. Ik kreeg het definitieve boek in handen. De hele dag wachtte ik in spanning voor de komst van de postbode. En toen, iets voor tweeën, was hij daar.
Nadat ik het pakket met daarin het boek in ontvangst had genomen, wist ik niet hoe snel ik het moest openen. Ik keek naar de voorkant van het boek met daarop de foto van mijn overgrootmoeder Ciel, de boektitel en zelfs mijn eigen naam als auteur. Met een trotse glimlach van oor tot oor dacht ik: hiervoor heb ik het gedaan.
Het begon ooit met losse flarden, vragen waar ik geen antwoord op kreeg, herinneringen die net buiten beeld bleven. En nu hield ik het eindresultaat in mijn handen, een boek over Ciel. Maar ook over zoveel meer.
Want dit boek bestaat, omdat er ooit iets is doorgegeven. Niet groots en meeslepend – vaak juist voorzichtig, tussen de regels door. Telkens genoeg om iets te laten landen. Om er een stukje over te kunnen schrijven. En daar ben ik dankbaar voor.
De laatste tijd denk ik vaak aan hoe belangrijk het is om die verhalen uit Indië te blijven vertellen. Want nu kan het nog. Nu zijn er nog mensen die het echt hebben meegemaakt. Die we kunnen vragen. Die ons kunnen vertellen wat er was, hoe het was, wat er verloren gingen, maar ook wat er bleef.
De volgende generatie, misschien ook wel de mijne, heeft dat geluk straks niet meer. Dan zijn wij degenen die het moeten doorgeven. En dat is precies wat ik met dit boek hoop te doen. Niet alleen om alles vast te leggen, maar ook om iets open te breken. Zodat er ruimte blijft om te luisteren, te vragen en te blijven vertellen.
Indië blijft levend, zolang wij erover blijven spreken. Ik blijf daarmee doorgaan, u hopelijk ook.
Dinsdag 15 april aanstaande om 14:00 uur houd ik mijn boekpresentatie in restaurant De Evenaar, Wereldhuis, Achterberghstraat 18 te Boxtel. Iedereen is daarbij uitgenodigd. Zie ik u dan?