Drie benodigdheden voor succes
Toen ik op het idee kwam om het verhaal te vertellen over mijn overgrootmoeder Ciel, wist ik niet goed waar ik aan begon. Haar leven was voor mij onbekend terrein. Ik kende haar slechts van een foto en enkele kleine verhalen die mijn vader mij had verteld. Toch wilde ik meer over haar weten.
In het eerste stadium vond ik het oprecht lastig om haar verhaal op papier te zetten. Er zijn ook meerdere pogingen overheen gegaan voordat ik er vol voor ging om het verhaal te schrijven en daarmee Ciel te eren. Dat op deze manier zij nooit vergeten zal worden en haar verhalen tot in de eeuwigheid bewaard zullen blijven. De zoektocht naar dat wat haar typeerde werd een zoektocht naar veel meer. Ik leerde niet alleen Ciel kennen, maar ook mijn familie en uiteindelijk ook een stukje van mijzelf.
Ik vond het destijds moeilijk om echt in het verhaal te komen. Ik wist niet goed hoe ik moest beginnen met het beschrijven van een leven van een persoon die ik nooit heb gekend. Ik begon met lezen van interviews van de eerste generatie Indische Nederlanders die na 1945 naar Nederland zijn gekomen. Tal van boeken heb ik in mijn handen gehad en ieder verhaal nauwkeurig gelezen. Ik hoopte daarin antwoorden te vinden en begon mijzelf steeds meer vragen te stellen. Lezen is aangenaam en ontspannend, maar voor een onderzoek kan het ook veel frustraties opleveren. Frustraties over de antwoorden die ik hoopte te vinden, maar helaas zelden vond.

Toch kwam er een moment waarop ik dacht "en nu moet ik er echt iets mee gaan doen". Vooral de vrees om ooit al mijn vergaarde verhalen kwijt te raken, zorgde voor een extra stok achter de deur.
Ik maakte een overzicht met alle verhalen die ik had verzameld. Niet alleen over Ciel, maar ook van andere familieleden die bekend waren met haar en haar meer dan eens hadden gezien. Het werd een bestand van ongeveer veertig pagina's, zoveel mogelijk gesorteerd op datum. Met het interviewen van mijn vader, tantes en oom werd de lijst alleen maar langer. Ineens zag ik wat ik wist en dat was toch behoorlijk veel.
Op een dinsdagavond begon ik met de eerste woorden op papier zetten. Ik zat aan de eethoektafel met mijn laptop opengeklapt. Om de laptop heen stonden kleine aandenkens uit het leven van Ciel, samen met ongeveer tien foto's die eens bij haar op het dressoir en de schouw hadden gestaan. Het gaf mij een klein inkijkje in haar leefwereld.
Als extraatje had ik er een portretfoto van Ciel bijgeplaatst. Deze gaf mij telkens weer nieuwe input wanneer ik in haar ogen keek. Gek genoeg sprak ik soms met haar over de gebeurtenissen die ik ging beschrijven. Zoekend naar een goedkeuring misschien?
In een droom leek ik die goedkeuring te krijgen. Het was niet zozeer dat ik Ciel in mijn dromen voorbij zag komen, maar haar nicht Oet. Een vrouw waar zij lief en leed mee had gedeeld en die haar door de moeilijkste periodes in haar leven had geholpen. De droom kan ik mij nog goed herinneren. Oet nodige mij uit om vragen te stellen over Ciel. Het was voor mij alsof zij daarmee haar goedkeuring gaf. Dat haar verhaal het waard was om verteld te worden.
Om een voor mij onbekende reden doe ik in Den Haag veel inspiratie op voor het schrijven van mijn verhaal. Het is alsof daar iets is wat mij telkens weer een nieuwe kijk geeft op gebeurtenissen en dan heb ik het niet eens over de informatie naar aanleiding van mijn vele bezoekjes aan het archief.
Ondanks de drukte in de stad zorgt Den Haag bij mij voor een serene rust. Het geluid van de voorbijrijdende tram, de meeuwen in de lucht, maar vooral ook de sfeer. Het is er allemaal. Of zou het toch de aanwezigheid zijn van Ciel?
Gedurende een periode van bijna twintig jaar heeft Ciel in Den Haag gewoond. Het waren geen grote huizen, maar kleine kamertjes in verschillende pensions onder andere aan de Eikstraat en de Groot Hertoginnelaan. Eens heb ik een wandeltour gemaakt langs al deze woonadressen. Ik stond daar, voor de gevels van de huizen waar zij eens gewoond heeft en stelde mij voor hoe het leven toen geweest zou zijn.


Tijdens het schrijven luister ik vaak naar muziek. Waar het voor de een juist erg afleidend kan werken, werkt het voor mij inspirerend. Wanneer ik alleen thuis ben en ik werk aan mijn verhaal, dan hoor ik de gehele dag dezelfde muziek. Alsof het zo moest zijn is ook de muziek waar ik naar luister afgestemd op mijn bron van inspiratie, namelijk de Haagse band Son Mieux. Hun muziek maakt bij mij hetzelfde gevoel los als wanneer ik in Den Haag rondloop of kijk naar de oude foto's om mij heen.
Terwijl ik aan dit boek werk, voelt het soms alsof we een soortgelijk proces doormaken. Zij werken zich omhoog in de muziekscene, terwijl ik mijn weg probeer te vinden als schrijven. Het zijn totaal verschillende werelden, maar toch lijkt het alsof we allebei doen wat wij het liefst willen doen. Voor hen is dat muziek maken, voor mij is dat schrijven.
Nieuwsgierig als ik ben volg ik hun groei op de voet en weet vaak de meest nutteloze weetjes. Ach, ik zou zelfs over hen een boek kunnen schrijven. Dat is met het onderzoeken van de Indische geschiedenis ook. Om een voorbeeld te noemen, de straatnamen die te vinden waren op de suikerondernemingen. Ik ken ze. Die nieuwsgierigheid is niet altijd even gemakkelijk. Tijdens het onderzoeken raak ik meermaals afgeleid door onderwerpen die mijn aandacht trekken. Sinds kort heb ik daar een manier in gevonden om er beter mee om te gaan. Ik werk nu in blokken van een half uur met daarna vijf minuten "afleiding". Tijdens de halve uren schrijf ik aan een stuk aan mijn verhaal, terwijl ik in die vijf minuten daarna een kleine anekdote noteer over een ander onderwerp of een citaat doorlees over iets wat totaal niet gerelateerd is aan het verhaal. Op die manier blijven deze verhalen ook niet door mijn hoofd zweven.
Inmiddels heeft die manier van schrijven goed zijn vruchten afgeworpen. Ik heb 17 zijonderwerpen verzameld die misschien eens aparte verhalen gaan worden. Verhalen met betrekking op de geschiedenis van Indië, maar daarnaast nog zoveel meer. Maar voor nu, focus ik mij op dit boek.
Het hele proces van onderzoeken, schrijven, dwalen door Den Haag en luisteren naar muziek, voelt als een reis. Niet alleen naar het verhaal van Ciel, maar ook naar wie ik zelf ben. Met de blik van Ciel naast me, de klanken van Son Mieux op de achtergrond en de Haagse straten in mijn herinneringen, voelt het alsof ik aan iets bijzonders werk.
Denkt u eraan om zelf uw familieverhaal of de resultaten van uw onderzoek op papier te zetten? Kijk dan goed naar wat voor u werkbaar is. Voor mij is dit het meest werkbaar, maar voor u kan het goed zijn dat het tegenovergestelde nodig is.
Om in muzikale sferen af te sluiten: Well, tell me from te beginning, and I'll see you at the end. I want to know your story, and I want to understand. I've got a thousand questions for the millions on the street. Will somebody out here tell me? Tell me more.