Kees en zijn vrienden

Arie van der Heijden, Lou Bergman, Jack Stokvis en Kees Vink, 1946.

Eind 1945 meldde Kees zich vrijwillig aan bij bataljon II-10 R.I. om iets te betekenen voor mensen in nood. Dit bataljon bestond grotendeels uit jongens en mannen, die evenals hij, uit Rotterdam afkomstig waren. Desalniettemin doet niets vermoeden dat hij ook maar een van hen persoonlijk kende.

 

Nog voordat hij naar Engeland voer, was hij al bevriend geraakt met enkele medesoldaten uit zijn compagnie; een Rotterdammer en twee Hagenezen. Drie jaar lang zou hij vooral met Hagenees Jack Stokvis veel optrekken. Deze vriendschap werd zo hecht dat hij niet bang was om hem de waarheid te zeggen. Zo schreef hij eens aan zijn moeder dat hij kwaad was geworden op Jack, omdat hij zijn eigen moeder nooit schreef. Kees vond dat dat het minste was wat hij voor haar kon doen.

 

Onderweg naar Indië werd de vriendengroep aangevuld met nog een Rotterdamse Kees. Gezien zijn lengte, werd hij omgedoopt tot “kleine Kees”. In 1947 kwam deze in een hospitaal in Modjokerto te liggen, met bezorgde vrienden die hem regelmatig bezochten. “Grote Kees” schreef hierover naar zijn ouders dat het beter zou zijn als ze hem zouden ontslaan en met de eerste de beste boot naar huis zouden sturen.

 

Eenmaal in Indië richtte Kees samen met de uit Wierden afkomstige Herman Beverdam een voetbalelftal op, bestaande uit de beste voetballers uit het bataljon. Kees, die van huis uit voetballer was, werd geprezen om zijn goede speltechniek. Het team draaide op hem en Herman. Het was een groot verdriet toen hij enkele maanden na aankomst omkwam.

 

Als laatste werd aan de vriendengroep de Rotterdammer Adrie Broer toegevoegd. Hij was ingedeeld bij een ander peloton, maar kwam tijdens verlof met de groep in contact. Kees had al een goed contact met de verloofde en schoonmoeder van Adrie, waardoor het vermoedelijk werd versterkt. Als een van de weinige soldaten was Kees aanwezig bij het huwelijk van Adrie.

 

De vriendschap met de Hagenezen Arie van der Heijden en Jack, kleine Kees en Adrie bleef in stand tot het bittere einde. Hij was geliefd door hen en zovelen meer van het bataljon. Met zichtbare emotie op het gezicht stonden zij achter het graf van Kees, toen hij op 2 januari 1949 werd begraven op Kembang Kuning.