Een brief aan thuis
Vandaag, 79 jaar geleden bevond Kees Vink zich in Kedoengsroko, een klein plaatsje in de buurt van Lamongan, ten westen van de grote stad Soerabaja. Hier heeft hij een aantal maanden gezeten, aan zijn ouders verstuurde hij vanuit deze plaats verschillende brieven. Vandaag deel ik een klein stukje uit zijn brief, geschreven gedurende deze week.
Gisteren hebben wij de pegels voor een hele maand gehad en dat gaf me een feest in de stad en ’s avonds in het kamp, toen ze hier binnen kwamen rollen.
Ik zat net op wacht en wij zijn heel de nacht in touw geweest, niet om het kamp te bewaken, maar om de heren in hun nest te houden. Wij hebben er zelfs nog een paar moeten ontwapenen, want die stonden met hun revolvers voor de luitenant, maar deze is niet bang uitgevallen en had ze binnen een zucht achter de tralies gescholden.
Die heer weet wel hoe hij zijn discipelen moet aanpakken. Hij is tenminste vijftig procent in mijn achting gestegen.
Kees deed niet mee aan het loltrappen ten koste van anderen. Hij had de discipline om zich goed te gedragen, wat onder meer blijkt uit hoe hij reageerde op de aanpak van de luitenant. Doordat hij zich goed gedroeg, promoveerde hij sneller. Toch was ook hij wel in voor een dolletje op zijn tijd en moest hiervoor meer dan eens op de blaren zitten. Het bleven immers jonge jongens die hun jeugd deels waren kwijtgeraakt door de Tweede Wereldoorlog en nu in Indië een nieuwe en compleet andere oorlog uitvochten.
